Waarom hebben we nog weinig zin in een elektrische auto?

Tot op de dag van vandaag heeft de consument nog maar mondjesmaat trek in elektrisch rijden. We stellen de aanschaf van een duurzame vervoermiddel nog steeds uit. Dat geldt voor particulieren als bedrijven. Terwijl het overheidsbeleid erop is gericht om snel en massaal te kiezen voor een stekkerauto. Met belastingvoordelen en subsidieregelingen wil het rijk de mensen liever in de uitstootvrije auto’s hebben. De klimaatdoelen moeten zo worden gehaald. Maar snel gaat het niet. Hoe komt dat? Het ligt niet meer aan het aantal laadpalen Den Haag. OOk de actieradius van de elektrische auto wordt steeds groter. De belemmering om met zo’n auto een verre autovakantie te ondernemen ligt wel ongeveer achter ons. Ook in Europa stijgt het aantal plaatsen met een laadpaal fors. De nachtmerrie om onderweg met een lege accu te stranden is nihil geworden. Toch loopt het niet storm. Niet voor nieuwe elektrische auto’s en ook niet voor tweedehands wagens met een stekker. 

Weinig subsidie 

De kosten voor een laadbeurt wegen niet op tegen de rekening aan de benzinepomp. Het verbruik is goedkoper dan een fossiele auto. Er zijn twee factoren die de overheid wel kan sturen om de rijders in een elektrische auto te lokken. Met een subsidie van €2.950,- die je in Nederland op een elektrische auto krijgt, lopen we Europees achterop. Want al wil heel Europa in 2050 klimaatneutraal vervoer hebben, de verschillen in landen zijn groot. We lopen achter op het buitenland. In Frankrijk mag een elektrische rijder een subsidie van 5000 euro tegemoet zien. In Duitsland ligt dat bedrag op bijna 7000 euro. Dat trekt mensen toch gemakkelijker over de streep. 

Duur in aanschaf en motorrijtuigenbelasting

De regering kan ook wat doen aan het tarief in motorrijtuigenbelasting. De zware accu in de auto’s tellen flink mee in de aanslag. Het rijk kan zich inzetten om een gewichtscorrectie door te voeren. Dan gaat de elektrische rijder in ieder geval niet meer belasting betalen.